Systeemplafond laten monteren

Een systeemplafond is een plafond dat door middel van een ophangsysteem onder een bestaand plafond wordt gemonteerd. Door de systeemplafondplaten en de plafondprofielen aan de ophangsysteem te bevestigen wordt er een plafond gecreëerd.

Toegankelijk

Tussen het systeemplafond en daadwerkelijke plafond ontstaat een toegankelijke ruimte. In deze ruimte kunnen bedrading, armaturen en andere leidingen worden weggewerkt.

Typen uitvoeringen

Er zijn verschillende uitvoeringen systeemplafonds beschikbaar en de meest voorkomende zijn;

Belangrijkste eigenschappen

De belangrijkste eigenschappen van systeemplafonds zijn;

  • akoestisch vermogen
  • toegankelijke ruimte voor bekabeling, leidingen en armaturen;
  • geven van een bepaalde uitstraling

Systeemplafond monteren

Een systeemplafond laten monteren? Bij Marvo systeemplafonds werkt men als volgt:

Laser

Met een laser wordt de locatie en hoogte van het plafond afgetekend. Het is de bedoeling om genoeg ruimte over te laten tussen het te plaatsen systeemplafond en het bestaande plafond. Bijvoorbeeld voor het plaatsen van lichtarmaturen dient er minimaal 10 cm speling te zijn tussen de lichtarmaturen en het bestaande plafond.

Kantlatten en hoeklijnen

De kantlatten en hoeklijnen worden op alle muren in de ruimte bevestigd. Vervolgens kunnen hoofdprofielen geplaatst worden dankzij het aanspannen van lijnen in de ruimte en door deze gelijkmatig te verdelen. Hierbij wordt rekening gehouden met de afmetingen van de plafondplaten.

Schroefogen en ophangdraden

Lijnen voor de hoofdprofielen gezet? Dan kunnen de schroefogen en ophangdraden in het bestaande plafond worden geplaatst. Op de plekken waar de armaturen komen, is het raadzaam om extra ophangogen te monteren.

Lijnen aanspannen

Het punt van het aanspannen van de lijnen is aangebroken. Uiteraard op basis van de laser en waar de hoofdprofielen en dwarsprofielen gemonteerd zullen worden. Er worden twee lijnen aangespannen:

  • Lijn AB: de afstand van de randplaat vanaf de ene muur aangeeft;
  • Lijn CD: de afstand van de randplaat met de andere muur aangeeft.

Hoofdprofielen monteren

Vervolgens worden de eerste hoofdprofielen geplaatst. Het is belangrijk dat de hoofdprofielen op een manier geknipt worden, dat de sleuven op de juiste plaats zitten, waar ook daadwerkelijk de dwarsprofielen gemonteerd zullen worden. De dwarsprofielen worden op lijn AB gemonteerd en vanaf daar om de 60 cm (lengte systeemplafondplaat).

Dwarsprofielen inklikken

De hoofdprofielen worden gemonteerd en de dwarsprofielen komen daarin ingezet. Om het systeemplafondplaten succesvol op te hangen moeten alle dwarsprofielen-lijnen gelijk lopen. Dit word zeer nauwkeurig gemeten en alle hoofdprofielen moeten daarom altijd waterpas staan.

Schone handschoenen

De dwarsprofielen aan de randen worden nu op maat geknipt en de volledige platen kunnen daarna in het systeem gemonteerd worden. Dit gebeurt natuurlijk met schone handschoenen om geen vieze vlekken op de plafondplaten achter te laten.